X + Y = ?

Een praktijkvoorbeeld van kleurvererving
(onderaan deze pagina vind je een spoedcursus kleurvererving)
De feiten:
De vader is zwart gevlekt met zwarte ogen en de moeder wit met satijnbeharing met rode ogen.  Over de voorouders van de vader zijn geen gegevens bekend. De moeder komt uit een stam van koperkleurige dieren. Met deze gegevens kun je volgens de regels van de erfelijkheidsleer gaan (kans)berekenen.

Voorspelling:
Het is onwaarschijnlijk dat achter de vader de kleur koper zit, het aantal stammen waarin koper voorkomt in Nederland is namelijk beperkt. Achter de moeder zit geen zwart. De recessief verervende kleuren zwart en koper zullen daarom naar alle verwachting niet in dit nest opduiken, omdat daarvoor zowel de moeder als de vader de factor voor zwart en/of koper moeten hebben. Waarschijnlijk komt de wildkleur naar boven: goud.

Uitkomst:
Negen van de veertien jongen zijn inderdaad goudkleurig.

Voorspelling:
De vader heeft zwarte ogen, de moeder rode ogen. Zwarte ogen vererven dominant, rode recessief. Dat betekent dat als de vader fokzuiver is voor zwarte ogen, er alleen jongen met zwarte ogen geboren zullen worden die wel allemaal drager zijn voor de roodoogfactor. Als de vader fokonzuiver is voor zwarte ogen en dus de roodoogfactor bij zich draagt, zal ongeveer de helft van het nest zwarte ogen hebben en helft rode ogen.  Mochten er rode ogen opduiken, dan kun je ook oranje jongen verwachten: de wildkleur (goud) in combinatie met de roodoogfactor.

Uitkomst:
De vader blijkt de roodoogfactor inderdaad bij zich te dragen. Vijf van de veertien jongen, niet helemaal de helft maar kansberekening is gebaseerd op het werken met grote getallen, heeft rode ogen en zijn bovendien oranje (goud gecombineerd met de roodoogfactor).

Voorspelling:
De vader is gevlekt. Vlekken vererven bij de Syrische hamster dominant. Hamsters met vlekken zijn altijd fokonzuiver gevlekt, omdat de fokzuiver gevlekte dieren door de zogeheten letale factor niet tot ontwikkeling komen en dus niet worden geboren. Ze dragen dus altijd de factor voor effen gekleurde dieren bij zich. Fokonzuiver gevlekt x ongevlekt levert ongeveer vijftig procent gevlekt en vijftig procent ongevlekt op. Deze combinatie (zwart gevlekt x albino satijn) is gemaakt om gevlekte dieren te fokken.

Uitkomst:
Zes van de veertien jongen, niet helemaal de helft maar het komt aardig in de richting, zijn gevlekt.

Voorspelling:
De moeder heeft een satijnbeharing. Deze glansfactor vererft dominant. De moeder kan fokzuiver satijn of fokonzuiver satijn zijn. Fokzuiver satijn x normaalhaar levert allemaal satijnharige dieren op. Fokonzuiver satijn x normaalhaar geeft ongeveer vijftig procent satijn en vijftig procent normaalhaar. Je kunt dus in ieder geval satijn in het nest verwachten.

Uitkomst:
Acht van de veertien jongen, iets meer dan de helft, hebben een satijnbeharing. De moeder was dus fokonzuiver voor satijn. Dat geldt trouwens voor de meeste satijnharige hamsters omdat de fokzuivere satijnharige dieren, doordat ze de satijnfactor dubbel bij zich dragen, een extreem dunne en lelijke vacht hebben.

De fokker wilde uit deze combinatie graag gevlekte jongen, als het even zou kunnen graag in combinatie met satijnbeharing. Hij heeft keus uit vier gevlekte satijnharige jongen.

Conclusie:
Combinatie geslaagd!









© Tekst en fotografie Judith Lissenberg

Het is een van de vaakst gestelde vragen in kleine knagerland: wat krijg ik als ik kleur x met kleur y kruis? Bij het antwoord spelen niet alleen de kleuren van de ouders, maar ook die van hun voorouders een rol. Dit praktijkvoorbeeld doet verslag van een kruising tussen twee Syrische hamsters.
Een spoedcursus kleurvererving


© Tekst Judith Lissenberg

Om te weten hoe kleuren vererven is het belangrijk iets te weten van de erfelijkheidsleer oftewel de genetica. Ieder dier draagt erfelijke informatie bij zich over allerlei eigenschappen, zoals kleur en vachttype, die wordt doorgegeven aan de nakomelingen. Jonge knagers krijgen zowel van hun vader als van hun moeder een stukje erfelijke informatie mee, in dit geval dus een 'stukje kleur'. Onderstaand wordt een slechts klein deel van de genetica heel simpel uitgelegd. Kleurvererving kan nog veel ingewikkelder in elkaar steken, en van sommige kleuren is zelfs nog niet eens precies bekend hoe ze vererven.

Dominant en recessief
Kleuren vererven volgens een bepaalde wetmatigheid. Sommige kleuren vererven dominant (overheersend), andere kleuren recessief (ondergeschikt). De oorspronkelijke wildkleur van de Syrische hamster, goud, vererft dominant. De kleur wit vererft recessief. Dat betekent dat een kruising tussen een goudkleurige hamster met uitsluitend goudkleurige voorouders en een witte hamster een nest met alleen goudkleurige jongen oplevert. De dominante wildkleur overheerst namelijk de ondergeschikte kleur wit. Maar de jonge hamsters die uit deze combinatie geboren worden, dragen de factor voor wit wel onzichtbaar bij zich in hun erfelijke materiaal. Als de eerste generatie onderling wordt gekruist kan dat, als het onzichtbare stukje wit van het vaderdier en het onzichtbare stukje wit van het moederdier elkaar in hetzelfde diertje ontmoeten, weer een wit dier opleveren.

Homozygoot en heterozygoot
Wat er uit een bepaalde combinatie komt, hangt af van de fokzuiverheid van de ouderdieren. Een fokzuiver dier wordt ook wel homozygoot genoemd. Dat betekent dat hij geen andere kleur bij zich draagt dan de kleur die aan de buitenkant is te zien. Een fokonzuiver ofwel heterozygoot dier kan, zonder dat dat aan de buitenkant is te zien, andere kleuren bij zich dragen en doorgeven. Een voorbeeld. We kruisen een goudkleurige hamster met een witte hamster. Er worden alleen goudkleurige jongen geboren. Daaruit kunnen we afleiden dat de goudkleurige ouder fokzuiver is. Nu kruisen we een andere goudkleurige hamster met een witte hamster. Er worden nu zowel goudkleurige als witte jongen geboren. Daaruit blijkt dat de goudkleurige ouder fokonzuiver is en onder zijn dominante wildkleurige velletje de recessieve witfactor bij zich draagt. Een recessief verervende eigenschap kan generaties lang worden doorgegeven zonder zich te manifesteren en dan 'opeens' opduiken als twee dieren met elkaar worden gepaard die toevallig allebei over deze eigenschap blijken te beschikken.

Kansberekening
Hoeveel dieren er van een bepaalde kleur worden geboren, is een kwestie van kansberekening. Stel, je kruist een normaalharige hamster met een langharige hamster. Langhaar vererft recessief. De normaalharige hamster blijkt geen langhaarfactor bij zich te dragen in zijn erfelijke materiaal, er worden dan 100% normaalharige hamsters geboren die wel allemaal de langhaarfactor bij zich dragen. Als we deze dieren onderling gaan kruisen, hebben we kans op 25% normaalharen die geen langhaarfactor hebben, 50% normaalharen die wel de langhaarfactor hebben en 25% langharen. Als je een normaalhaar hamster met langhaarfactor kruist met een langhaar, heb je 50% kans op normaalharen die de langhaarfactor dragen en 50% langharen. Kruis je langhaar met langhaar, dan kun je 100% langharen verwachten.

Toverballen
Tegenwoordig worden er heel veel verschillende kleuren door elkaar gefokt. De meeste knagers zijn daardoor een soort toverballen, ze kunnen zo veel verschillende kleuren bij zich dragen dat de uitkomst van een combinatie vaak een verrassing is. Voorspellen wat er precies zal worden geboren is daardoor erg moeilijk en haast onmogelijk als de voorouders onbekend zijn.
© Dit artikel is eerder gepubliceerd in nummer 3 2002 van Avicultura.