DE OPFOK VAN KLEINE KNAAGDIEREN
Tekst en fotografie © Judith Lissenberg
Wat is er leuker dan 1 kleine knager? ...Juist, 2 kleine knagers! En dan duurt het vaak niet lang eer de tamme rat, kleurmuis, gerbil of (dwerg)hamster een nestje krijgt. Wat dan te doen?
Als de knager gedekt is, geven we de aanstaande moeder tijdens de dracht extra (kracht)voer. Laat haar zo veel eten als ze wil. Maak enkele dagen voor de geboorte van de jongen het verblijf grondig schoon. Geef daarna extra materiaal als hooi of reepjes zacht papier, zodat het moederdier de tijd heeft voor haar kinderen een comfortabel nest te bouwen.
Na een draagtijd van circa 16 (Syrische hamsters), 21 (muizen, ratten en dwerghamsters) of 24 (gerbils) dagen komen de jongen ter wereld. Kleine, roze 'garnaaltjes', slechts enkele grammen zwaar, die zich door kleine piepjes verraden. Bedwing je nieuwsgierigheid! Probeer alleen even voorzichtig in het nest te kijken of er geen dode jongen (blauwpaars of bleekwit van kleur en slap) in het nest liggen. Verwijder deze eventueel met behulp van een pincet. Open en sluit het nest voorzichtig.
Niet storen a.u.b.
Als het moederdier (te veel) wordt gestoord, is de kans groot dat ze in haar stress de jongen versleept, doodt of opeet. Niet levensvatbare jongen, te weinig moedermelk of storende factoren (bijvoorbeeld de aanwezigheid van andere dieren) in of nabij het verblijf kunnen ook tot kannibalisme leiden. Laat de jongen met rust tot ze zeker tien dagen oud zijn. Houd er rekening mee dat een anders heel tam moederdier nu, in een poging haar jongen te verdedigen, agressief uit de hoek kan komen!
Rond de tiende levensdag gaan de jongen buiten het nest rondscharrelen, op zoek naar voedsel. Eerst met dichte en later, als ze zo'n twee weken oud zijn, met open oogjes. Zorg dat als de jongen in een traliekooi zitten ze tijdens hun uitstapjes buiten het nest niet door de spijlen naar buiten kunnen vallen. Start rond de tiende levensdag met het bijvoeren. Sprenkel wat havervlokken of muesli in het nest en geef naast het gebruikelijke (gemengde) knaagdiervoer ook zacht groenvoer zoals andijvie. Geef ook wat harde hondenkoekjes of wortels, waarop de jongen kunnen leren knagen. Dol zijn de kleintjes op wat kwark of op een stevige pap van water of (verdunde) melk met bijvoorbeeld Brinta of voer voor jonge katjes uit blik.
Socialiseren
Neem de jongen, zodra ze regelmatig buiten het nest gaan rondlopen, zo veel mogelijk in de hand om ze aan mensen te wennen. Socialiseren, oftewel de knagertjes laten kennismaken met en wennen aan alles wat ze in hun latere leventje kunnen tegenkomen, is erg belangrijk. Voorzichtig! Een pootje is namelijk zo gebroken. Na circa een maand zijn de dieren volwassen en kunnen ze van het moederdier worden gescheiden. Geef de moeder dan nog enige tijd wat extra voer om weer op krachten te komen. De jongen kunnen desgewenst nog een of twee weken zonder moeder samen opgroeien, maar dan wel in twee verblijven: broertjes bij broertjes en zusjes bij zusjes! Kleine knagers zijn namelijk al vanaf zeer jonge leeftijd vruchtbaar. Broers en zussen te lang bij elkaar laten zitten kan leiden tot ongewenste nesten.
Na ruwweg vijf tot zes weken zijn de jongen klaar om de grote wereld in te gaan en een zelfstandig leven te gaan leiden. Zorg dat je, voordat je gaat fokken, al geinteresseerde kopers hebt, zodat je niet met de jonge dieren blijft zitten. Ga na of kennissen of de plaatselijke dierenspeciaalzaak soms belangstelling hebben. Realiseer je of er wel voldoende animo is voor de knagers die je wilt fokken. Fok niet om het fokken alleen. Niets is zo erg als te moeten leuren met beesten. De dieren zelf hebben er niet om gevraagd om op de wereld te worden gezet!
Neem je verantwoordelijkheid
Persoonlijk vind ik dat de verantwoordelijkheid die een fokker voor zijn dieren moet hebben heel ver gaat. Verkoop geen dieren aan handelaren, dierenwinkels of particulieren als de omstandigheden waarin je fokproducten daar moeten leven je niet aanstaan. Mocht je een knager aan een particulier verkopen die daar om welke reden dan ook weer afstand van wil doen, neem hem dan terug. Van belang is verder een goede voorlichting aan de toekomstige eigenaren. Wie heeft niet eens een dier gekocht zonder te weten wat hij eigenlijk aanschafte? Een mannetjesmuis die behoorlijk bleek te stinken bijvoorbeeld, of een paartje Syrische hamsters dat elkaar in stukken scheurde omdat het dieren zijn die solitair (alleen) horen te leven? Dat alles had door goede informatie voorkomen kunnen worden!
Zorg dus dat je over die informatie beschikt. Praat met ervaren fokkers, lees boeken. Geef de aan de kopers van je dieren een praktische handleiding mee met gegevens over huisvesting, voeding en verzorging. Geef, als de knagers worden verkocht aan de dierenspeciaalzaak, gegevens aan de winkeleigenaar over leeftijd, geslacht, kleur en eventuele bijzonderheden, bijvoorbeeld of het om een soort gaat die wel of juist niet goed in groepen of paartjes kan leven. Laat bij de dierenwinkel adres en telefoonnummer achter, zodat ze je bij eventuele vragen of problemen kunnen inschakelen.
Niet rijk, toch rijk...
Eerst nadenken, dan fokken. Wie als liefhebber fokt, zal met plezier toekijken hoe zijn 'kroost' opgroeit en graag zien dat zijn dieren een goed tehuis en daarmee een prettig leven krijgen. Rijk word je trouwens niet van het fokken van knagers. Maar aan het opfokken van een stel kleine knagertjes houd je wel een rijk gevoel over :-)